Wil je de medewerkers in je bedrijf meer betrekken bij de implementatie en uitrol van je mvo-beleid, om zo de kans op slagen te vergroten? Gebruik dan onderstaande Rollout toolbox en begeleidingsproces om:
Er is de afgelopen jaren veel onderzoek gedaan naar verandermanagement, of naar manieren om verandering binnen een organisatie gestructureerd te implementeren. De Rollout-methode is gebaseerd op dat onderzoek. Uit een literatuurstudie en piloottrajecten bij modebedrijven ontstond een methodiek met een praktisch stappenplan op maat van de sector.
1. Van start gaan | > | 2. ‘As is’ versus ‘to be’ | > | 3. Gedrag, cultuur en gedragenheid | > | 4. Actieplan |
We richten ons met deze module tot de (intern of extern aangestelde) projectleider. Als je onderneming een duurzaamheidscoördinator heeft, zou dat een aangewezen projectleider zijn. Zoek je een externe begeleider met sectorkennis? Neem contact op met Flanders DC voor suggesties.
Voordat je als projectleider aan de slag gaat met dit stappenplan, is het van belang dat de bedrijfsleiding mee is in het verhaal. Ga op voorhand in gesprek met de leidinggevende(n) en leg uit wat je wil bereiken. Zorg ervoor dat de leidinggevende of de CEO aanwezig is bij de kick-off. Dit toont het engagement van de organisatie en zal medewerkers stimuleren om mee te doen. Het traject is er onder meer op gericht om een veilige omgeving te creëren waarin medewerkers eerlijk en transparant kunnen zijn over uitdagingen en moeilijkheden, maar er gaat ook veel aandacht naar manieren om het team motiveren om mee te stappen in een duurzaamheidsverhaal.
Veel organisaties willen duurzamer werken. Om dat project te doen slagen, is gemotiveerd leiderschap een cruciale factor. Voor de omschakeling naar een duurzamer beleid moet je namelijk tijd, ruimte en budget vrijmaken. Maar dat alleen is niet voldoende. De enthousiaste betrokkenheid van en kennisopbouw bij alle medewerkers is minstens even belangrijk.
Een duurzaam (of circulair) bedrijfsbeleid implementeren vergt veel aanpassingen in de bedrijfsvoering. Om te zorgen dat werknemers over de juiste kennis en vaardigheden beschikken is om- of bijscholing vaak een must. Daarnaast is het belangrijk dat werknemers overtuigd zijn van het belang van de omschakeling. Een breed gedragen shift zorgt voor meer motivatie, betrokkenheid en samenwerking.
Meer en meer medewerkers zijn op zoek naar betekenisvol werk (binnen de ‘purpose economy’). Inzetten op een duurzaamheidsbeleid en op maatschappelijk belang kan van jouw onderneming een aantrekkelijke werkgever maken. Zo wordt het makkelijker om je huidige werknemers aan boord te houden én om nieuw talent aan te trekken.
Indirect zorgt werknemersbetrokkenheid ook voor meer tevreden klanten. Betrokken medewerkers leveren doorgaans een betere service, wat een positieve invloed heeft op klanten en hun mening over je bedrijf. Stel je voor dat een winkelmedewerker niet weet welke stappen je als merk zet op het vlak van duurzaamheid. Hij of zij zal ook geen klantvragen over dat onderwerp kunnen beantwoorden. Een gemiste kans!
Deze Rollout-module vormt een stappenplan richting een duurzamere beleidsvoering.
In deze eerste sessie licht je de doelstelling van het traject toe en leg je uit welke methode je hiervoor zal gebruiken. Je moet bovendien zicht krijgen op het huidige businessmodel en op de status van het thema duurzaamheid. Betrek in deze fase het C-level van de onderneming. Zij kunnen mee bepalen wat de prioriteiten zijn en wie aan welke sessie zal deelnemen.
In een eerste gesprek leg je als projectleider uit wat de doelstelling van het traject is.
1. Je overloopt kort de verschillende fases en het beoogde resultaat.
2. Je kan cijfers en wetenschappelijke inzichten meegeven over (de uitdagingen van) werknemersbetrokkenheid.
Werknemersbetrokkenheid beïnvloedt het succes van je duurzaamheidsbeleid en zorgt voor positievere medewerkers. Het feit dat iedereen mag meedenken leidt tot meer tevredenheid (met minder verloop en een betere instroom als gevolg) en meer daadkracht.
Onderzoek wijst ook uit dat medewerkers liever werken voor organisaties die inzetten op mvo. Werknemers zijn in toenemende mate op zoek naar een hoger doel (een ‘purpose’) in hun werk. Een duurzaamheidsbeleid implementeren kan daarom de werknemersbetrokkenheid positief beïnvloeden. Organisaties die een hoger doel opnemen in hun strategie en die zo richting geven aan keuzes op werknemersniveau, hebben meer groeipotentieel en meer kans om succesvol te innoveren en te transformeren. Werknemers ontwikkelen er sneller bruikbare skills, en recruterings- en retentiekosten nemen er meestal een duik. Bovendien verbeteren de ‘community building’ en de relaties onderling, met geëngageerde werknemers en stakeholders die actiever en positiever zijn. Verder toont onderzoek aan dat een hoger doel een krachtig, maar onderbenut strategisch instrument is. Harvard Business Review linkt 5% meer betrokkenheid aan maar liefst 3% meer omzet. Accenture Strategy becijferde dan weer dat bedrijven met meer betrokken werknemers 21% meer winst boeken dan hun tegenhangers met lage betrokkenheid.
We zetten de meest gemaakte fouten op een rij. Ten eerste: een gebrek aan visibiliteit. Bedrijven zijn bezig met projecten, maar werknemers weten er weinig of niets van. Wanneer je enkel de sleutelfiguren betrekt, mis je heel veel werknemers, en een duurzaamheidsstrategie heeft nu eenmaal minder kans op slagen als niet de hele workforce geëngageerd is. Het is van belang om niet enkel ‘change actors’ aan het werk te zetten, maar om ook brede initiatieven en interne communicatie te lanceren die voor bewustwording (‘awareness’) zorgen binnen de hele organisatie.
Nog een veelgehoord probleem: het duurzaamheidsteam heeft niet voldoende zeggenschap over de omkadering. Er moet een goede link zijn tussen mvo en hr (werknemerstevredenheid en welzijn op het werk). Om een gedragsverandering teweeg te brengen, moet je namelijk tijd en ruimte voorzien, en aanpassingen doorvoeren aan de communicatielijnen, budgetten en werkdruk.
En tot slot: (positieve) resultaten worden te weinig gemeten en benadrukt. Mensen zetten zich maar langdurig in als ze de voordelen van hun acties duidelijk (blijven) zien. Anders verliezen ze het idee dat wat ze doen nut heeft.
Meetbaarheid en zichtbaarheid zorgen voor positieve bekrachtiging en geven werknemers het gevoel dat duurzaamheid echt deel uitmaakt van de bedrijfscultuur.
Voorbeelden van tastbare zaken die je kan meten: het energieverbruik, het aantal werknemers dat een opleiding volgt, een toename in de verkoop van duurzame stuks, …
Niet-tastbare zaken kan je dan weer meten met ‘awareness’-enquêtes, door na te gaan hoeveel medewerkers de duurzaamheidsmanager aanspreken over het thema, of hoeveel erover wordt gepraat of gepubliceerd. Je deze elementen beïnvloeden door bijvoorbeeld een introcursus voor nieuwe medewerkers te lanceren over het thema.
Geef al deze resultaten een plek in je interne rapportering.
Verandering betekent: actie ondernemen om tot nieuw en ander gedrag te komen. Dat is moeilijk als de omgeving onveranderd blijft en het nut van de verandering niet duidelijk is.
Werknemers informeren en trainen is nodig om te laten zien welke taken en acties er zoal mogelijk zijn, of om richting te geven aan hun keuzes. Maar doelstellingen die enkel gericht zijn op educatie volstaan niet om het engagement te verhogen.
Maatwerk is altijd de slimste keuze. Hanteer verschillende boodschappen voor verschillende groepen, want hun motivaties en interesses verschillen. Vermijd campagnes die mensen aanmoedigen om ‘het juiste te doen’, want ‘het juiste’ is voor iedereen iets anders.
Neem je tijd om na te denken over de verschillende waarden en attitudes binnen jouw werknemersgroep. Richt je pijlen op de groep die een verandering moet doormaken en ontwikkel een boodschap op maat.
Hoe kom je precies tot nieuw gedrag?
3. Na deze intro ga je met de deelnemers aan de slag. Je plant sessies in en je stelt het team samen dat eraan zal deelnemen. Doorheen het traject gaan jullie met persona’s werken: typische profielen uit een mode-onderneming, zoals ‘de designer’, ‘de aankoper’ of ‘de marketingverantwoordelijke’. Je introduceert de methode, je gaat na wat de meest relevante profielen zijn en welke (herkenbare) benamingen je er het best aan geeft. We raden aan om de vertegenwoordigers van deze rollen bij de werksessies te betrekken.
4. Begeleid je deze sessie als externe, zorg dan dat je een goed beeld krijgt van het businessmodel van de organisatie en de huidig duurzaamheidsinspanningen.
5. Je geeft het team huiswerk. Vraag hen om tegen de volgende sessie een high-level organigram mee te brengen of op voorhand naar jou te sturen.
In deze tweede sessie wil je zicht krijgen op de bestaande waardeketen van de organisatie en begrijpen welke rollen wanneer beslissingen kunnen nemen. Op het einde van deze sessie zou je bovendien een idee moeten hebben van de belemmeringen waardoor je (hypothetische) doelstelling vertraging zou kunnen oplopen.
In deze derde sessie werk je verder met je duurzaamheidsdoelsteling per departement of persona, maar nu focus je op de emoties die ermee gepaard gaan. Het is de bedoeling om op het einde van de sessie een compleet beeld te hebben van de duurzaamheidsdoelstelling, inclusief de emoties ze oproept en de gedragsdoelstellingen en acties die ervoor nodig zijn. Het resultaat vormt als een blauwdruk voor het actieplan voor werknemersbetrokkenheid.
Deze sessie moet leiden tot een overzicht van de gedragsverandering die de organisatie nodig heeft. Die veranderingen zet je om in de actieplan-template voor sessie 4.
Tip: als je deze oefening met een grote organisatie doet, kan het handig zijn om ze te spreiden over meerdere sessies (waarbij je telkens per departement oefening 1-2-3 wel in één sessie afwerkt).
Sessie 4 vormt het eindpunt van dit begeleidingstraject: je komt tot een actieplan voor meer werknemersbetrokkenheid rond je duurzaamheidsdoelstellingen. Daarna moet je natuurlijk het plan nog realiseren!
In deze sessie stel je het actieplan voor waarin je de resultaten van sessie 3 hebt verwerkt. Het is de bedoeling om in sessie 4 dit plan te valideren, KPI’s te bepalen, namen aan acties te koppelen en een planning op te maken.