Wist je dat?
Beslissingen in de designfase zijn verantwoordelijk voor 80 tot 90% van de impact op de omgeving en de kosten.
In de huidige (naoorlogse) samenleving is ‘geplande veroudering’ (‘planned obsolescence’) een belangrijke strategie om ervoor te zorgen dat we genoeg blijven consumeren. We wordengestimuleerd om te denken dat we altijd iets nodig hebben dat een beetje nieuwer en een beetje beter is, en dat we dat altijd wat eerder moeten hebben dan echt noodzakelijk. Dit leidde tot overconsumptie en een fastfashion-beweging. De laatste 15 jaar zijn productievolumes verdubbeld, en meer dan 50% van fast fashion wordt binnen het jaar afval.
In dit onderdeel bekijken we verschillende manieren om deze 'geplande veroudering' te overstijgen en te evolueren van lineair design (take-make-waste) naar meer circulair design (close the loop).
Als ontwerper ben je verantwoordelijk voor wat je maakt. En dan gaat het niet enkel over materiaal, stijl, kleur en vorm. De ontwerpaanpak die je het best hanteerd, kijkt naar de volledige levensloop van een product, ‘every step of the way’: van grondstoffen naar ontwerp, over productie en verkoop, tot gebruik en einde leven.
Laat ons beginnen met het tegenovergestelde van ‘geplande veroudering’: zorg dat je ontwerpt voor een lange levensduur. Kwaliteit is hier een kernwoord, maar probeer ook te werken met designs die hypes en trends overstijgen.
Als je kledingstuk niet lang meegaat, zorg er dan voor dat het een tweede leven kan krijgen. Ontwerp voor hergeboorte door alle mogelijkheden op het gebied van hergebruik, herstelling, herontwerp en recyclage af te wegen. Denk ook aan de natuur: misschien kan je een materiaal gebruiken dat biodegradeerbaar is en dus terug in de natuur terechtkomt?
In elk geval en bij elk design moet je proberen zo veel mogelijk afval of resten te vermijden. Ga voor een ontwerp dat afval minimaliseert door slim te produceren, het afval van iemand anders te gebruiken of multifunctioneel te ontwerpen.
Als we het ietwat abstracter bekijken, is het enige doel uiteindeijk: snelle consumptie/ overconsumptie tegengaan. Dit kan je ook bereiken door te focussen op de service die je biedt rond je product. Door aandacht te schenken aan de beleving en de betrokkenheid van de consument, kan je de band tussen de gebruiker en het kledingstuk versterken. Denk aan bepaalde servicemodellen, interactief/coöperatief design, customization, timeless aesthectics, emotional design, …
Tot slot is het niet onbelangrijk om te ontwerpen technieken die een pak minder afval veroorzaken dan de meest courante varianten. Heb je al eens gedacht aan (fly) knitting, 3D printing, 3D weaving, …?
De eerste en meest logische stap naar duurzame of circulaire mode begint bij het ontwerp. Waar ‘fast fashion’ er geen probleem van maakt dat iets uit elkaar valt na enkele wasbeurten, kiest de circulaire mode specifiek voor afval vermijden. In eerste instantie gaat het om producten creëren met een lange levensduur; dingen die we écht graag willen hebben, maar ook houden. Een tijdloos ontwerp en een bovengemiddelde kwaliteit zijn hierbij belangrijke voorwaarden.
De meesten zullen het herkennen: die enkele items in onze kast die we jarenlang hebben gedragen. Stuks die nog van grootmoeder tot bij kleindochter zijn beland, het eerste paar leren handschoenen dat je van je vader kreeg of die unieke designerschoenen waarvan je geen afscheid kan nemen. Dit zijn natuurlijk uitzonderlijke items waarvan we er misschien geen twintig items bezitten, maar ze zijn daarom niet onbelangrijk om binnen een duurzame mode-industrie. Er bestaat vandaag de dag een niet te onderschatten beweging die focust op duurzaamheid in de zin van ‘een lang leven’ en die daarom veel aandacht schenkt aan kwaliteit. Deze beweging, waarvan we niet enkel voorbeelden bij de premium merken, maar ook in het middensegment terugvinden, wordt 'slow fashion' genoemd. Ze is niet meer uit het modelandschap weg te denken.
Als ontwerper kan je kiezen om voor duurzaamheid en voor producten die lang meegaan, voor kwaliteit en het belang van klantentevredenheid. Het draait allemaal om kleding maken die lang meegaat en waar mensen graag zorg voor willen dragen. Lees hier meer over de waarden van slow fashion.
In de Leidraad rond Kledingontwerp voor Lange Levensduur van Close The Loop, krijg je concrete aanbevelingen om de levensduur van nieuwe collecties te verlengen. Per kledingtype vind je zowel minimumwaarden, streefwaarden als technische richtlijnen om veel voorkomende defecten of slijtage te vermijden.
Aanhangers van slow fashion klagen de excessen aan waar fast fashion voor heeft gezorgd. Waar de industrie vroeger uitging van twee tot vier nieuwe collecties per jaar, gaat het nu zo ver dat trends vanop de catwalk binnen de zes weken in de winkels liggen. De grote ketens lanceren dertig tot vijftig collecties per jaar.
De slowfashion beweging gelooft dat dit niet kan zonder kwaliteitsverlies, vaak in combinatie met niet al te fraaie arbeidsomstandigheden. Daarnaast werkt die snelheid het wegwerpgedrag in de hand.
Om te vermijden dat een kledingstuk te snel wordt afgeschreven als ‘uit de mode', kan je wbewust kiezen om minder de hypes en trends te volgen, en te opteren voor meer tijdloze designs. Onder meer Filippa K en het Belgische Furore hanteren zo'n ontwerpstrategie.
TED’s TEN - 10 designprincipes visueel uitgelegd
TED of Textiles Environment Design werkt al enkele jaren aan een aantal duurzame ontwerpstrategieën.
In The TEN legt de organisatie tien desig…
Lees meer
Wat zijn de opties voor het herstellen of recycleren van textielproducten? Is het mogelijk om telkens opnieuw te ontwerpen met het oog op regeneratie?
Een goed design houdt rekening met een lange levensduur en zet kwaliteit voorop. Helaas garandeert dat niet dat een item nooit stuk zal gaan. Door dat te erkennen, kan je bij het ontwerpen van je kledingstuk al rekening houden met bijvoorbeeld de herstelmogelijkheden. Daarnaast kan je van bij het begin van je ontwerpproces denken aan de recyclagemogelijkheden.
HERSTEL
Waar het vroeger normaal was om spaarzaam om te gaan met spullen, draaide dat in de tweede helft van de twintigste eeuw helemaal om. Alles was te verkrijgen ‘en masse’ en aan onklopbare prijzen – een hele generatie leerde het af om zaken te herstellen. Er staat nu echter opnieuw een generatie klaar die haar weg vindt naar naaimachines en herstelcafé’s. Als mode-ondernemer kan het interessant zijn om een hersteldienst aan te bieden; dit zal meteen zorgen voor een sterke klantenbinding.
Voor een ontwerper begint een creatie meestal met een silhouet of stofkeuze. Het is belangrijk om in deze fase al rekening te houden met het einde van de productlevenscyclus. Bekijk eens welke stoffen makkelijk recycleerbaar zijn. Daarnaast speelt de manier waarop een kledingstuk in elkaar wordt gezet een rol. Hier kan je er rekening mee houden dat je iets makkelijk terug uit elkaar kan halen en goed kan sorteren. Als een ontwerp hierop afgestemd is, noemt men dat ‘designed for disassembly’: ontworpen om makkelijk weer uit elkaar te halen.
Enkele richtlijnen:
Voor meer info, zie Einde leven - Recycleer textiel.
Technologieën voor makkelijke demontage
Wear2™ is een ecostitch-technologie (naadtechnologie) ontwikkeld door een groep Britse retailers, producenten en textielrecyclagebedrijven waarmee…
Lees meer
Cradle to Cradle Product Design - gratis online cursus
Het Cradle to Cradle Products Innovation Institute biedt een online cursus aan die je uitlegt hoe je kan ontwerpen voor een circulaire economie.
…
Lees meer
Geef als ontwerper tips over reparaties van de kleding die je verkoopt
We kennen allemaal het fenomeen van de extra knoopjes die we in een plastic zakje in de binnenkant van ons nieuwe jasje vinden. Waarom niet wat ve…
Lees meer
TED’s TEN - 10 designprincipes visueel uitgelegd
TED of Textiles Environment Design werkt al enkele jaren aan een aantal duurzame ontwerpstrategieën.
In The TEN legt de organisatie tien desig…
Lees meer
Denk na over je garens en naden en hou innovaties in de gaten
Wear2™ en Resortecs zijn beide technologieën die ervoor zorgen dat je kledingstukken gemakkelijk terug uit elkaar kunt halen. Door te werken met s…
Lees meer
De circulaire economie beschouwt afval als een ontwerpfout. Afval werd vroeger vaak gedefinieerd als een noodzakelijk kwaad bij de productie. De laatste jaren zien we echter een verschuiving van dit standpunt naar bijvoorbeeld cradle to cradle-denken (C2C).
In dit onderdeel gaan we dieper in op deze breed gedragen no waste-filosofie die onder andere hernieuwbare bronnen en kleine design-ingrepen zoals zerowaste-patroontekenen, virtual prototyping en design-on-demand behelst.
Het idee van zerowaste-mode is niet nieuw. Kleding werd vroeger vaak gemaakt uit een volledig stuk stof, vanuit de economische realiteit dat een stuk stof veel kostte. Vandaag suggereert de naam ‘zero waste’ een focus afval vermijden, terwijl vroeger de focus eerder lag op het zo goed mogelijk benutten van dure stof. In de hedendaagse context, en in het licht van de toegenomen productie, consumptie en grondstofgebruik, zijn beide zaken relevant.
In een lineaire aanpak is afdanken de laatste fase van een kledingstuk. Binnen de cradle to cradle-filosofie bestaat afval echter niet. Alle dingen die ooit gemaakt zijn, moeten terug in de natuur of industrie kunnen verdwijnen zonder daarbij schade te berokkenen aan de omgeving. Dit gebeurt naar het voorbeeld van natuurlijke producten die bij het afsterven ook terugkeren naar de bodem of dienstdoen als voeding voor andere organismen.
Ook de mode-industrie pikt deze filosofie op. We zien meer en meer experimenten en innovaties rond het 100% recycleerbaar of composteerbaar maken van textiel. Het proces van composteren of biodegraderen houdt in dat stoffen afgebroken worden door middel van micro-organismen, licht, water of lucht. In tegenstelling tot synthetische stoffen zijn plantaardige en dierlijke vezels vrij gemakkelijk afbreekbaar. Helaas kunnen bewerkingen zoals kleuringen en bepaalde coatings hier wel een stokje voor steken. Er is dus duidelijk nood aan innovatie wat betreft kleuringen en bewerkingen. Daarnaast zou onderzoek naar bijvoorbeeld het toevoegen van nutriënten in textiel ervoor kunnen zorgen dat kleding voedzaam is voor de bodem bij compostering. Nog mooie opportuniteiten voor de toekomst dus?
Neem zeker een kijkje op de website van Fashion Positive voor meer informatie over cradle to cradle (certified) materialen.
Onder andere JBC en C&A experimenteerden al met cradle to cradle-gecertificeerde collecties.
Maar ook zonder C2C-certificaat kan je met het principe aan de slag. Zo maakt bijvoorbeeld Yuma Labs zonnebrillen uit gerecycleerde petflessen. Is je zonnebril versleten, dan kan je hem weer inleveren voor recyclage.
energie en materiaal gaat verloren tijdens het productieproces. Zo ook op het moment dat het patroon uit een stuk stof wordt gesneden en al wat overblijft aan materiaal wordt weggegooid. Gemiddeld 10 tot 20% van de stof eindigt zo op de vloer! Door deze cut-offs of pre-consumer spills te voorkomen, zorg je ervoor dat het water, de energie, kleuring en chemicaliën die nodig waren om dit stuk stof te maken, niet verloren gaan.
Zerowaste-ontwerp is een manier om deze cut-offs te elimineren en het stofgebruik te optimaliseren. Anders dan bij het klassieke proces, waarbij het uittekenen van een patroon pas volgt na het idee, krijgt patroontekenen hier meteen een hoofdrol in het ontwerpproces. Ook draperen op een mannequin maakt het mogelijk om silhouetten te vinden die uit een volledig stuk stof gemaakt zijn.
Zijn er toch leftovers, verzamel ze dan en gebruik ze voor andere zaken. Lees daarover meer in het stuk over het hergebruiken van afval.
Wil je weten hoe dit principe zich vertaalt in zerowaste-breien of -weven, lees dan zeker het onderdeel over het vermijden van afval en overschotten in productie.
Vaak heb je zelf geen vat op wat er met pre-consumer leftovers gebeurt, aangezien dit afval meestal bij een leverancier ontstaat. Spreek je leverancier hierover aan, en sensibiliseer hem indien nodig om ervoor te zorgen dat stofoverschotten hergebruikt of gerecycleerd worden in de plaats van als afval verbrand.
Ontwerpers, patroontekenaars en producenten kunnen gebruik maken van virtuele 3D- prototyping om het aantal fysieke samples te beperken. Dit heeft voordelen op het gebied van snelheid (je kan ‘on the spot’ keuzes maken en veranderingen aanbrengen) én het gaat verspilling tegen.
Design on demand (ontwerp op aanvraag) heeft economische en ecologische voordelen. In de eerste plaats ben je zeker dat je ontwerp in de smaak valt en aangekocht zal worden. Waar bij een normaal proces (eerst ontwerp, productie en dán verkoop) met gemiddeld 30% overstock rekening gehouden wordt, verkleint dat percentage bij deze aanpak.
Verder is het een kleine stap om made-to-measure toepassingen te incorporeren, waarbij de klant niet enkel het design kan kiezen, maar ook gemakkelijk de juiste maten kan aangeven. Zo ben je zekerder van de juiste patronen en dus de juiste pasvorm.
Je kan deze strategie toepassen op twee verschillende momenten in het maakproces. Enerzijds heb je design on demand, waarbij het hele ontwerp nog in vraag staat en je nog kan inspelen op ‘les gouts et les couleurs’. Ben je zelf zeker van je ontwerp, dan kan je anderzijds in een latere fase nog kiezen voor production on demand. Dit is ook een eco-efficiëntie strategie, waarbij je pas in productie gaat als het duidelijk is dat er voldoende afname zal zijn.
Verder is het een kleine stap om ook made-to-measure toepassingen te incorporeren, waarbij de klant niet enkel het design kan kiezen, maar ook gemakkelijk de juiste maten kan aangeven. Op deze manier worden de juiste patronen opgemaakt en wordt het risico op een foute pasvorm geminimaliseerd.
Deze strategie kan worden toegepast op twee verschillende momenten in het maakproces. Enerzijds heb je design on demand, waarbij het hele ontwerp nog in vraag staat en er nog kan ingespeeld worden op ‘les gouts et les couleurs’. Ben je zelf zeker van je ontwerp, dan kan je anderzijds in een latere fase nog kiezen voor production on demand, ook een eco-efficiëntie strategie, waarbij je pas in productie gaat als het duidelijk is dat er voldoende afname zal zijn.
Hasmik Matevosyan - een shift naar een ‘contributing’ mode-industrie
De Nederlandse Hasmik Matevoysan deed jarenlang onderzoek en ontwikkelde een nieuw businessmodel met ruimte voor dialoog tussen modemerken en hun …
Lees meer
Werk met ‘made-to-measure’
Zowel bij online als offline verkoop, kan je zo werken dat de klant zijn/haar exacte maten kan doorgeven. Op deze manier worden de juiste patronen…
Lees meer
Design en/of production on demand
Vergeet niet dat je ook kan ontwerpen of produceren ‘op aanvraag’.
Door pas te produceren op het moment dat je een stuk verkocht hebt, zorg je…
Lees meer
Julian Roberts - Subtraction cutting
Designer Julian Roberts geeft lezingen en workshops over de techniek die hij ontwikkelde en subtraction cutting (substractiesnijden) noemt.
ij…
Lees meer
Holly McQuillan - zero waste pattern cutting
Op de website van Holly McQuillan ind je heel wat informatie over ‘zero waste pattern cutting’. Ze deelt haar ervaringen als onderzoekster, docent…
Lees meer
Redress Design Award - tips over zerowaste-design
De Redress Design Award deelt online een heleboel tips over zerowaste-design:
Een handige PDF met hands-on tips en een aantal voorbeelden.
O…
Lees meer
TED’s TEN - 10 designprincipes visueel uitgelegd
TED of Textiles Environment Design werkt al enkele jaren aan een aantal duurzame ontwerpstrategieën.
In The TEN legt de organisatie tien desig…
Lees meer
Denk na over je garens en naden en hou innovaties in de gaten
Wear2™ en Resortecs zijn beide technologieën die ervoor zorgen dat je kledingstukken gemakkelijk terug uit elkaar kunt halen. Door te werken met s…
Lees meer
Zelden vinden we tussen afdankertjes alleen kledingstukken die totaal versleten zijn; meestal zijn er dingen bij die nog perfect bruikbaar zijn. Producten kennen twee potentiële vervaldagen: een eerste wanneer ze stukgaan, en een tweede wanneer de gebruiker er simpelweg genoeg van heeft. De vraag wordt nu: hoe kun je emotionele aspecten integreren in je producten, zodat de gebruiker eraan gehecht blijft? Wat zou hem of haar kunnen stimuleren om iets langer te houden en de nood aan iets nieuws te temperen?
Men beweert wel eens dat de waarde van een product vooral in de kortstondige bevrediging zit die men voelt bij de aankoop ervan. Die positieve gevoelens verdwijnen echter snel. Langetermijnplezier blijkt moeilijker te bereiken en zodra het leuke gevoel voorbij is, begint het verlangen naar een nieuw product.
Door de juiste extra’s toe te voegen, kan je het goede gevoel verlengen en zal de klant langer plezier aan het product beleven. Je hoort de buzzwoorden ‘co-creatie’, ‘consumer engagement’, ‘storytelling’ of ‘customer experience’ meer en meer vallen wanneer er gepitcht wordt. Ze zijn allemaal bedoeld om de klant een ervaring te bezorgen waarover hij of zij graag zal (na)vertellen. De nieuwe generatie ondernemers gaat ervan uit dat de klant van vandaag niet langer enkel een compliment wil krijgen over hoe leuk die broek valt, maar ook graag een mooi woordje hoort over zijn of haar interessante keuze en het verhaal erachter. Door een product op deze manier aantrekkelijk te maken, zal het een langer leven beschoren zijn.
Hoewel het misschien op het eerste gezicht lijkt alsof je de klant hierin bij de neus neemt, gaat het vaak om een ontwikkeling die bottom-up gebeurt. Consumenten worden immers mondiger, stellen meer vragen en hechten meer belang aan hoe en waar iets gemaakt wordt. Deze aanpak heet in zakelijke termen meerwaardecreatie en speelt dus in op andere zaken dan enkel het fysieke product zelf.
Enkele voorbeelden van meerwaardecreatie zijn:
We zien meer en meer experimenten of zelfs volwaardige businessmodellen die inspelen op participatory of interactief design. Dit sterkt het geloof dat de populariteit van deze aanpak nog zal toenemen, of zoals futurist Paul Scaffo het nog straffer stelt, dat er een heel nieuw tijdperk zal aanbreken: dat van de ‘creator economy’. Hij is ervan overtuigd dat emotionele betrokkenheid ontstaat wanneer je de interactie tussen de ontwerper en de consument maximaliseert, en dat de klant van vandaag en morgen dat ook bewust nastreeft. In zijn ogen is maken en creëren een nieuw statussymbool. Kunnen zeggen “ik heb dit zelf gemaakt” of “ik heb hieraan meegewerkt”, geeft veel voldoening. Door de gebruiker een rol te geven in het maakproces, zou het product vanzelf een diepere betekenis krijgen en langer gekoesterd worden.
In de mode bestaat deze variant van co-design vaak in de vorm van digitale platformen of een user-interface, waarbij de klant zijn of haar voorkeuren kan opgeven – een print, een snit, … Waar dit vroeger beperkt was tot een kleur kiezen (herinner je de Nike Air Max), zie je nu al mogelijkheden om namen, kindertekeningen, foto’s of zelfs emoties te verwerken in een print.
‘Storytelling’ gaat over vertellen hoe (goed) een ander iets gemaakt heeft. Wat telt, is de aandacht en tijd die in het kledingstuk kropen, de omstandigheden waarin het ontstond, het gebrek aan ecologische voetafdruk, het innovatieve karakter of een ander mooi verhaal dat erachter zit.
Zo investeert het Amerikaanse merk TOMS bijvoorbeeld een derde van zijn winst in sociale initiatieven en pakt het uit met de succesformule ‘one for one’, waarbij het voor elk verkocht product een bruikbaar equivalent schenkt aan een persoon in nood. Zo zorg je bijvoorbeeld bij de aankoop van een bril voor ‘sight for one person’. Dat kan bestaan uit een bril voor die persoon, een operatie of een medische behandeling die het zicht verbetert. Zolang het fijn blijft om dit verhaal te vertellen, zal de bril in je bezit blijven en zal je hem misschien wel vaker dragen dan een andere. Met een product met zo’n verhaal ga je zorgzaam om.
Ook de omstandigheden waarin iets gemaakt wordt, gaan al makkelijk over de tongen: het atelier vol omaatjes en de jonge moeders in Peru die sjaals breien voor Ellen Kegels: that story never gets old.
Een uniek maakproces is één ding, maar ook de aankoop is een fase waarvan je een beleving kan maken: het verhaal van de jacht. Denk daarom als modeondernemer eens na over mogelijkheden om het verkoopmoment wat spannender te maken.
Was het een duistere hoek op een rommelmarkt? Een vondst uit de duizend? Heb je serieus kunnen afdingen? Deze toevalstreffers waar klanten graag over vertellen, kan je professionaliseren en incorporeren in je businessmodel.
Denk aan bedrijven als Café Costume, waar ze in de winkel je maten opnemen en je vervolgens een volledig pak op maat kan laten maken. Of JBC, dat een belevingswinkel inrichtte om ook kinderen mee te nemen in een wereld van duurzaamheid en recyclage.
Lees hierover ook meer onder 'verkoop'.
ls laatste voorbeeld hebben we het nog even over ‘consumer engagement’. Door de opkomst van sociale media hebben modeondernemers het makkelijker om klanten aan zich te binden. Waar winkels vroeger het enige kanaal waren waarbij klant en ondernemer elkaar ontmoetten, is dat nu verruimd met allerlei digitale kanalen. Dit zorgt voor ‘communities’ en ‘consumer engagement’ (of betrokkenheid).
Als je juist inzet op sociale media, kan je dit een sterke klantenbinding opleveren.
Een stapje verder nog dan louter communiceren, is klanten effectief laten participeren in jouw bedrijfsvoering. Denk bijvoorbeeld aan crowdsourcing, crowdfunding en andere manieren om je klanten deel te laten uitmaken van je bedrijf – tot zelfs aandeelhouderschap toe.
Geef als ontwerper onderhoudstips
Zorg ervoor dat je klanten weten hoe ze jouw producten het best behandelen na de aankoop. Op deze manier verleng je mee de levensduur van je item.…
Lees meer
Ga voor kwaliteit
Werken met kwalitatieve materialen en ervoor zorgen dat je stuk lang mee kan gaan, is cruciaal voor duurzame kleding, accessoires, ... Zet kwalite…
Lees meer
Creëer een band met je klanten
Het lijkt misschien vreemd om te spreken over klantenbinding in het hele duurzaamheidsverhaal, maar ook dit kan een strategie zijn om te vermijden…
Lees meer
TED’s TEN - 10 designprincipes visueel uitgelegd
TED of Textiles Environment Design werkt al enkele jaren aan een aantal duurzame ontwerpstrategieën.
In The TEN legt de organisatie tien desig…
Lees meer
De ontwikkeling van nieuwe technologieën staat niet stil. Wie weet zitten er wel technologieën bij die de traditionele productiemethoden kunnen vervangen of aanvullen, en die zo je impact helpen reduceren.
Het kan immers zijn dat een bepaalde technologie veel minder energie, water of chemicaliën nodig heeft, of andere schadelijke stappen overbodig maakt (zoals bijvoorbeeld transport). Of misschien kan je met nieuwe technologieën wel lokaal produceren of in kleinere oplages werken. Soms kan je zelfs perfect op vraag werken, wat helemaal goed is om overschotten te vermijden.
Een greep uit de bestaande technieken:
TED’s TEN - 10 designprincipes visueel uitgelegd
TED of Textiles Environment Design werkt al enkele jaren aan een aantal duurzame ontwerpstrategieën.
In The TEN legt de organisatie tien desig…
Lees meer